Deze zomer worden de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) finaal goedgekeurd. Die standaarden zullen bepalen hoe grote Europese bedrijven vanaf 2025 moeten rapporteren over E (environment), S (social issues) en G (governance of goed bestuur). In dit artikel geven we toelichting bij de transversale rapporteringsstandaarden ESRS 1 en ESRS 2, die de algemene vereisten voor duurzaamheidsrapportering vastleggen en dubbele materialiteit als nieuw concept invoeren.
Dit is het tweede van een reeks artikels die je helpen te navigeren door de veranderingen en complexiteiten van de CSRD en de bijhorende ESRS (European Sustainability Reporting Standards).
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die begin 2023 van kracht werd, voert een verplichte duurzaamheidsrapportering in voor alle grote Europese bedrijven. De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) kreeg in haar rol als technisch adviesorgaan van de Europese Commissie de opdracht om standaarden uit te werken die de richtlijn vertalen naar concrete rapporteringseisen. Met de rapporteringsstandaarden wil Europa een efficiënte en gestructureerde implementatie van de richtlijn verzekeren en kwaliteitsvolle, vergelijkbare en relevante duurzaamheidsinformatie garanderen.
De rapporteringsstandaarden bevinden zich momenteel nog in de ontwerpfase. Deze zomer zullen de delegated acts (letterlijk: gedelegeerde handelingen) gepubliceerd worden die de standaarden wettelijk bindend maken in heel Europa. Aan de hoofdprincipes van de ESRS zal naar verwachting niet meer getornd worden.
‣ 30 april tot 8 augustus 2022: EFRAG Project Task Force on European Sustainability Reporting Standards (EFRAG PTF-ESRS) onderwerpt de ESRS Exposure Drafts (EDs) aan een publieke consultatie
‣ 15 november 2022: EFRAG overhandigt de aangepaste ontwerpstandaarden aan de Europese Commissie
‣ Zomer 2023: goedkeuring van de finale standaarden als delegated acts
‣ Toepassingsgebied en timing: de rapporteringsvereisten worden gefaseerd ingevoerd:
De ontwerp-ESRS zijn allemaal algemene standaarden, die niet specifiek voor een bepaalde sector bedoeld zijn, maar op alle sectoren van toepassing zijn. Ze coveren het volledige spectrum van ESG-topics en voeren het principe van de dubbele materialiteit in om te bepalen of een bedrijf een thematische standaard al dan niet moet volgen. De standaarden zijn onder te verdelen in vier groepen:
De eerste standaard definieert de concepten die bedrijven moeten toepassen wanneer ze een duurzaamheidsrapport in lijn met de ESRS voorbereiden. Je kan deze standaard beschouwen als een conceptueel raamwerk met verschillende hoofdstukken die een reeks nieuwe begrippen en ideeën rond rapportering introduceren.
Dit zijn de belangrijkste concepten die ESRS 1 vastlegt:
‣ Het materialiteitsonderzoek: de materialiteitsbenadering is een van de sleutelconcepten van de nieuwe standaarden en helpt bedrijven om te onderzoeken welke informatie ze in hun rapport moeten opnemen en welke niet. In een materialiteitsonderzoek moeten bedrijven samen met hun stakeholders nagaan of een bepaald thema, denk bijvoorbeeld aan de klimaatverandering of de schending van mensenrechten, materieel is voor hun activiteiten. In essentie is een topic materieel als het relevant is voor zowel het bedrijf zelf als zijn stakeholders. Een topic kan relevant zijn omdat het bedrijf er zelf een impact op heeft of omdat het een risico of opportuniteit vormt (of in de toekomst kan vormen) voor de onderneming in kwestie. In de ontwerpversie worden bepaalde standaarden uit de materialiteitsanalyse gehaald – de ESRS 2, de klimaatstandaard en bepaalde onderdelen van de standaard rond eigen medewerkers voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers. De overeenkomstige datapunten zouden daardoor verplicht worden voor alle bedrijven.
‣ Tijdshorizon: bedrijven die rapporteren volgens de CSRD moeten verschillende vereisten in acht nemen die verbonden zijn aan de timing van hun rapport:
‣ Structuur van het duurzaamheidsrapport: het duurzaamheidsrapport moet worden geïntegreerd in het financiële jaarrapport van het bedrijf en moet volgens deze structuur worden opgemaakt:
Deze milieu-, sociale en bestuurlijke informatie moeten telkens de indicatoren meenemen die uit het materialiteitsonderzoek bleken én een aantal KPI’s die verplicht worden opgelegd door de EU-taxonomie.
De structuur van het rapport moet ervoor zorgen dat de informatie toegankelijk en begrijpelijk is voor de stakeholders. Daarnaast moet het rapport door machines gelezen kunnen worden. Dat wil zeggen dat het moet worden opgemaakt in een XHTML-formaat en voorzien moet worden van digitale tags.
De ESRS 1 introduceert ook het concept van due diligence op het gebied van duurzaamheid. Een duidelijke definitie is opgenomen in de standaard en er wordt verduidelijkt hoe due diligence ingebed is in het geheel van de ESRS. De ESRS bevatten geen vereisten over hoe ondernemingen hun bedrijfsvoering moeten aanpassen in het kader van due diligence. Daarvoor ontwikkelt de Europese Commissie momenteel de Corporate Sustainability Due Diligence Directive. Die heeft als doel de negatieve effecten die bedrijven via hun waardeketen uitoefenen op mensenrechten en het milieu centraal aan te pakken. Wat bedrijven hierover moeten rapporteren, komt wel in de ESRS aan bod.
De tweede transversale standaard, ESRS 2, legt de algemene informatie vast die bedrijven in hun duurzaamheidsrapport moeten opnemen. Deze standaard is, althans volgens de draftversie, van toepassing voor alle bedrijven en zal dus niet onderhevig zijn aan het materialiteitsonderzoek.
ESRS 2 is gestructureerd rond vier pijlers:
Het is zonneklaar dat bedrijven tegen heel wat nieuwe rapporteringsverplichtingen aankijken. Wacht niet te lang om je bedrijf en processen daarvoor klaar te stomen, want 2025 is niet meer veraf. Ben je overweldigd door de veelheid aan nieuwe bepalingen? Pantarein helpt je met elke stap richting CSRD-compliance. Hulp nodig om te starten? Neem dan contact via mail@pantarein.be.