CSRD-plichtige bedrijven moeten binnenkort rapporteren over hun impacts, risico’s en opportuniteiten gelinkt aan biodiversiteit en ecosystemen, als biodiversiteit voor hun bedrijfsvoering materieel (relevant) is. Hoog tijd om in te zoomen op deze rapporteringsstandaard: geldt hij voor mijn bedrijf? Hoe ga ik aan de slag met biodiversiteit als strategisch topic?
Biodiversiteit stijgt in de ranking van belangrijke ESG-topics en -risico’s. Niet alleen maatschappelijk groeit het besef hoe bepalend gezonde ecosystemen en onze natuur zijn; het thema staat ook steeds hoger op de politieke agenda. In december 2022 nam de COP15 Biodiversiteitsconferentie in Montreal nog het ‘30 by 30-akkoord’ aan. Ook de Europese Green Deal zet hoog in op het herstel van de biodiversiteit. De Biodiversiteitsstrategie 2030 die er onderdeel van is, wil de Europese ecosystemen herstellen en ervoor zorgen dat het Europa van de toekomst beter bestand is tegen de gevolgen van de klimaatcrisis, bosbranden, voedselonzekerheid en uitbraken van ziektes.
Via de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) wil Europa de zorg voor de biodiversiteit verankeren in het bedrijfsleven. Grote bedrijven met een significante impact op ecosystemen en natuurlijke voorraden worden verplicht om te rapporteren over hun impact en over de maatregelen die ze treffen om die impact te verminderen. Daartoe is een specifieke (draft) rapporteringsstandaard over biodiversiteit en ecosystemen voorbereid.
Alle bedrijven waarvoor biodiversiteit een materieel thema is - een onderwerp dat relevant is voor je bedrijf, de samenleving en de planeet - moeten rapporteren volgens de verplichtingen gedefinieerd in de standaard, die deel uitmaakt van de CSRD - de Corporate Sustainability Reporting Directive. Die richtlijn verplicht 50 000 bedrijven over heel Europa om te rapporteren over hun duurzame strategie, inspanningen en acties. Met de algemeen groeiende aandacht voor biodiversiteit zal dit thema hoe dan ook uitgroeien tot een cruciaal onderdeel van de Europese duurzaamheidsrapportage. Bedrijven zullen dus goed moeten afwegen of biodiversiteit als thema überhaupt achterwege kan blijven in hun rapport.
Bedrijven hebben momenteel weinig inzicht in hun relatie tot biodiversiteit. Die relatie werkt in twee richtingen: enerzijds hebben veel industrieën een impact op de natuur, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks via hun aanvoerketen; anderzijds zijn bepaalde sectoren sterk afhankelijk van biodiversiteit en ecosystemen. Dat dubbele impactperspectief - ook wel dubbele materialiteit genoemd - staat centraal in de CSRD.
In de praktijk blijkt biodiversiteit voor veel bedrijven materieel te zijn, zonder dat ze dit beseffen. Agro-foodbedrijven beïnvloeden de biodiversiteit op verschillende vlakken, onder meer doordat ze biologische grondstoffen gebruiken of gewasbeschermingsproducten toepassen. Omgekeerd houdt het verlies aan biodiversiteit voor voedingsbedrijven ook risico’s in: oogsten brengen door biodiversiteitsverlies bv. minder op. Trek die redenering door naar textielbedrijven die gebruikmaken van katoen of hennep, ontwikkelaars van projecten die groene ruimte innemen of natuurlijke habitats aantasten, wegenbouwers die ontbossen … en het wordt duidelijk dat biodiversiteit voor heel veel organisaties materieel is.
Uit ketenonderzoek in Nederland (een studie uitgevoerd door ABN AMRO en Impact Institute) blijkt dat de Nederlandse samenleving voor bijna 40 miljard euro aan schade aan ecosysteemdiensten veroorzaakt. 65 bedrijfstakken, handel met 140 landen en 42 types gewassen werden in de studie meegenomen. Bij het berekenen van de schade in euro’s is rekening gehouden met verschillen in lokale ecosystemen: zo is landgebruik of luchtvervuiling in een tropisch regenwoud schadelijker dan in een woestijn. De berekende schade komt overeen met ongeveer 5 procent van het bbp in het jaar 2020, ofwel een kleine 2300 euro per inwoner.
Het grootste deel van die schade is verborgen. Van de totale schade vindt 70 procent via zakenpartners in het buitenland plaats. De import van cacao kan bv. samengaan met landgebruik in Ivoorkust of Ghana, die van rijst met uitstoot van methaan bij de teelt in India.
Je kan de volledige studie hier downloaden.
Hoe pak je de rapportering over biodiversiteit nu aan? Daarin biedt Europa houvast met de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Die standaarden zetten de regels van de CSRD om in concrete rapporteringsvereisten:
Het gaat dan zowel om (negatieve en positieve) impacts die je zelf uitoefent op de biodiversiteit, als om de impact die je bedrijf ondervindt door de achteruitgang ervan. Weet dat het hierbij zowel om reële, actuele impacts gaat, als om mogelijke (toekomstige) impacts. Ga hierbij verder dan een loutere beschrijving: Europa vraagt inzicht in de scope van je analyse, of je je baseert op assumpties, of scenario-analyses werden toegepast, welke tijdshorizon werd gebruikt en op welke manieren stakeholders en getroffen gemeenschappen mee werden bevraagd. Het betrekken van stakeholders, en het beschrijven van dat proces, is overigens een van de algemene verplichtingen van de CSRD. Heb je sites die in de buurt van een kwetsbaar gebied liggen, dan moet dit specifiek beschreven worden.
Je moet als groot bedrijf een transitieplan opmaken dat je gehele businessmodel en bedrijfsstrategie laat passen binnen de planetaire grenzen voor biodiversiteit en de Europese biodiversiteitsdoelen. Die stellen dat er geen netto verlies aan biodiversiteit meer mag zijn tegen 2030, terwijl een netto winst aan natuur vanaf 2030 en een volledig herstel van de Europese ecosystemen in 2050 moet worden nagestreefd. Het transitieplan moet verder kijken dan wat er binnen de muren van je bedrijf gebeurt, en je gehele waardeketen in rekening brengen. Tot slot moet je in het transitieplan ook transparant rapporteren of je gebruikmaakt van offsets: compensatie van je negatieve impact en emissies via gecertificeerde klimaat- en natuurprojecten. In je rapport geef je ook aan welke bestuurlijke niveaus dit transitieplan valideren en hoe zij het topic biodiversiteit en de risico’s die ermee verband houden, zullen opvolgen.
In je duurzaamheidsrapport zal je ook moeten aantonen welk beleid je uitstippelt om je negatieve impacts op de natuur te voorkomen en te remediëren. Het kan bv. gaan om beschermend beleid voor een bedrijfssite die in de buurt van een kwetsbaar gebied ligt, duurzame praktijken voor landbeheer, of een samenwerking die je uitbouwt met je leveranciers om impacts in de keten te monitoren en aan te pakken. Daarnaast moet je beschrijven welk beleid je hebt om zowel je afhankelijkheid van de biodiversiteit, als daaraan verbonden risico’s en opportuniteiten te managen. Ook de sociale component van verlies aan biodiversiteit in je aanvoerketen moet je meenemen. Denk maar aan de afhankelijkheid van de inheemse bevolking van biologische grondstoffen en het op een faire manier inzetten van lokale knowhow voor het duurzame beheer ervan.
Europa stimuleert bedrijven voor wie biodiversiteit materieel is om becijferde targets op te stellen en deze te communiceren in hun rapport. In je rapport beschrijf je ook acties en actieplannen die je policy’s omzetten in concrete maatregelen. Telkens is hierbij de Europese ‘mitigatiehiërarchie’ van toepassing, waarbij je aangeeft of de actie bijdraagt aan het vermijden, reduceren of minimaliseren van negatieve impacts, of het herstellen en rehabiliteren van de biodiversiteit. Ook de betrokkenheid van lokale gemeenschappen en de inzet van lokale kennis rond het beheer van biodiversiteit bij het uitstippelen van sleutelacties vormt een belangrijk punt in de rapportering.
Het doel van je duurzaamheidsrapport is om progressie aan te tonen ten opzichte van de Europese biodiversiteitsdoelen. Daarom verwacht Europa ook de nodige KPI’s in je rapport. Verplicht zijn in elk geval KPI’s die inzicht geven in de druk die je bedrijf veroorzaakt onder de vorm van landgebruik, gebruik van natuurlijke waterbronnen en (het introduceren van) invasieve soorten, voor zover deze drukken materieel zijn. Ook relevante impact-KPI’s moeten worden opgenomen. Als het bedrijf bv. een impact heeft op bepaalde soorten, rapporteer je hier ook de KPI’s over die je relevant lijken. Enkele voorbeelden zijn:
De EU-taxonomie verplicht bedrijven om financiële KPI’s te rapporteren die inzicht geven in hoe ze met hun activiteiten bijdragen aan belangrijke milieudoelstellingen. Wil je als bedrijf aantonen dat je activiteiten een substantiële bijdrage leveren aan het herstel van ecosystemen, dan moet je berekenen en rapporteren welk deel van je omzet, CAPEX en OPEX in lijn is met de EU-taxonomie voor de doelstelling ‘Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen’. Momenteel zijn de technische criteria om deze toetsing voor biodiversiteit uit te voeren nog niet beschikbaar. Ten slotte moet je in je rapport ook inzicht geven in de financiële risico’s of opportuniteiten die verbonden zijn aan (de achteruitgang van de) biodiversiteit.
Meer weten over hoe je met de biodiversiteitsstandaard of meer algemeen met de CSRD aan de slag gaat? Neem contact via mail@pantarein.be, wij helpen je graag verder!
De inhoud van de ESRS-standaarden is sinds de publicatie van dit artikel lichtjes gewijzigd. Dat geldt ook voor de standaard rond biodiversiteit. Neem bij vragen gerust contact op via mail@pantarein.be.